Eddy’s homoseksualiteit is lot, is een onweerstaanbare natuurkracht, die zich praktisch vanaf zijn geboorte manifesteert; en dat in een omgeving waarvoor voor zijn soort mensen volstrekt geen plaats is. Niet dat er door de stoere jongens in het dorp geen homoseksuele handelingen worden verricht, maar aan hen kleeft dat niet; “de misdaad bestaat niet uit het doen, maar uit het zijn. En vooral uit het eruitzien als” (150). Eddy is een open boek voor zijn omgeving, en als hij probeert via vriendinnetjes te bewijzen dat hij normaal is, houdt hij niemand lang voor de gek; zijn lichaam weigert dienst in bed, zelfs wanneer hij zich voorstelt overweldigd te worden door potige mannen. Zijn poging laat alleen een gekwetst meisje achter.