Onderschat het liberalisme niet

In NRC van afgelopen zaterdag stelt Shivant Jhagroe de schaduwzijde van het westerse liberalisme aan de kaak. Hij trekt daarbij een lange historische lijn. Zoals VVD’ers nu een biertje drinken op het terras terwijl elders ecosystemen worden vernietigd, dronken witte mannen in de tijd van de Verlichting koffie en thee die door dwangarbeiders werden geoogst.

Die kritiek – comfort en ‘vrijheid’ hier, leed elders – resoneert met de aanklachten van Verlichtingsdenkers zelf. Voltaire voert in Candide (1759)een Surinaamse plantagewerker op, die vertelt hoe een Hollandse slavendrijver zijn hand en been heeft afgehakt. “Het is de prijs die wij betalen voor de suiker die u in Europa eet.”

Hier wringt dan ook de schoen in Jhagroes betoog: hij schrijft de hele verlichte en liberale traditie collectief af, terwijl die vol potentiële bondgenoten zit. Mensen die niet alleen abstracte universele idealen formuleerden, maar ook hun conclusies trokken en zich tegen concrete vormen van onderdrukking verzetten. Soms wellicht met een drankje in de hand, maar ook regelmatig vanuit de gevangenis of op de vlucht voor censuur.

Natuurlijk was daarmee het onrecht niet uit de wereld. De misdaden van Europees kolonialisme zijn niet ineens minder erg omdat er ook critici waren. Omgekeerd kon Voltaire het ook niet helpen dat zijn kritiek niet terstond leidde tot de afschaffing van de transatlantische slavernij. Jhagroe gooit het kind dan ook al te gretig met het badwater weg. Voor hem lijkt liberalisme synoniem met al het onrecht van de Europese geschiedenis, terwijl het vaak juist tegenover dat onrecht stond.

Wanneer Jhagroe liberalen verwijt het alleen maar over ‘ik’ en ‘markt’ te hebben, valt hij een stroman aan die weinig te maken heeft met de liberale traditie. Wellicht hangt het misverstand samen met zijn aanname dat de VVD het liberalisme vertegenwoordigt. Liberalen als John Stuart Mill en John Rawls daarentegen hebben zich altijd bekommerd om de gehele samenleving, en om de vraag hoe die rechtvaardiger kan worden ingericht. Volgens Rawls is een kenmerk van een eerlijke samenleving bijvoorbeeld dat de minst bedeelden daar zo goed mogelijk af zijn; dat is het uitgangspunt dat je zou kiezen als je niet wist wat je maatschappelijke positie was.

Rawls stelt daarmee nog altijd het individu centraal. Jhagroe vindt het ideaal van individuele vrijheid echter te besmet. Voor ‘sommige gemeenschappen en regio’s’ is collectiviteit of religiositeit een passender vertrekpunt, stelt hij (onder verwijzing naar Hamas, een bijzonder ongelukkig gekozen voorbeeld). De Britse denker Daniel Chandler laat echter zien dat een liberale politiek, naar voorbeeld van Rawls, ook radicale ideeën over sociaal-economische rechtvaardigheid kan ontwikkelen.

Zet die twee dus niet tegenover elkaar. Binnen het liberalisme is ruimte voor grootschalige herverdeling van welvaart, voor het bekritiseren van macht en het benoemen van onrecht, en voor een duurzame en eerlijke toekomst. Ja, die idealen hebben het – zoals elke ideologie overkomt – vaak afgelegd tegen belangen, hypocrisie, en menselijke zwakte; daarvan zijn ook nu nog voorbeelden te over. Maar onderschat daarom niet de rijkdom van de liberale traditie.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *